De Noordwijk-Engelse zeeslag
Op 9 augustus 1813 is de bomschuit “De Jonge Arij” uitgevaren voor de haringvangst. Een maand later nadert de schuit de kust van Noordwijk aan Zee, klaar om te landen. Dan blijkt de Noordwijkse bomschuit door een Engelse schoener te worden belaagd, die probeert het Noordwijkse vissersschip te kapen. Schipper Leendert van der Wiel probeert juist al het mogelijke zijn schuit aan de kust te zetten. Het hele dorp inclusief burgemeester Van Limburg Stirum loopt uit om dit kat- en muisspel te bekijken. Uiteindelijk slaagt Van der Wiel erin zijn bomschuit op een half uur afstand van het dorp op het strand te zetten. De Engelsen geven niet op, lossen enkele kanonschoten en sturen een sloep op de haringbom af. De burgemeester, vergezeld van vier gewapende Franse douaniers, spoedt zich naar de bomschuit, waar het vuur wordt geopend op de Engelsen. Na een gevecht van enige minuten keren de Engelsen om.
3.13 Onder keizer en koning (pag. 100)